Prijsstijging doorrekenen aan uw klant? Dat kan!

Powered by

Prijsstijging doorrekenen aan uw klant? Dat kan!

Nadat de coronacrisis de markt reeds ontwrichtte, laten nu ook de gevolgen van de oorlog in Oekraïne zich voelen. De prijzen van energie, bouwmaterialen en grondstoffen stijgen naar ongeziene hoogtes waardoor de inflatie de pan uit swingt. Veel ondernemingen zien hierdoor hun winstmarges verdwijnen als sneeuw voor de zon en ondervinden moeilijkheden om hun contractuele verplichtingen na te komen. De vraag om deze prijsstijgingen door te rekenen aan de eindklant klinkt dan ook steeds luider. Hieronder overlopen we onder welke voorwaarden u prijsstijging kan doorrekenen aan uw klant.

 

Prijsstijging doorrekenen aan uw klant? Dat kan!

Prijsherzieningsclausule

Partijen kunnen in hun overeenkomst een prijsherzieningsclausule opnemen. Zulke clausule treedt in werking in bepaalde, nader omschreven omstandigheden en laat één van de partijen toe om de prijs eenzijdig aan te passen in navolging van de gewijzigde omstandigheden.

Opdat zo’n clausule geldig is, dient er wel aan enkele voorwaarden te zijn voldaan.

 

Omstandigheden die aanleiding geven tot prijsherziening

Ten eerste, dient duidelijk te worden omschreven in welke omstandigheden een prijsherziening mogelijk is. Zo bepaalt de wet betreffende economische herstelmaatregelen van 30 maart 1976 dat een prijsherzieningsclausule moet verwijzen naar parameters die de reële kosten vertegenwoordigen.

 

De B2B-wet (art. VI.91/5, 1° WER) gaat zelfs nog verder en bepaalt dat een onderneming niet zonder geldige reden de prijs eenzijdig mag wijzigen. De wetgever heeft in het midden gelaten wat als zo’n geldige reden kan worden beschouwd, doch aangenomen mag worden dat de prijsherziening gekoppeld moet worden aan objectieve factoren.

 

De nieuwe prijs moet bepaalbaar zijn

Ten tweede, dient de nieuwe prijs op basis van de prijsherzieningsclausule voldoende bepaalbaar te zijn. Met andere woorden: wanneer er zich omstandigheden voordoen die kunnen leiden tot een prijsherziening, moet het voor beide partijen duidelijk zijn wat de nieuwe prijs zal zijn rekening houdend met de principes opgenomen in de prijsherzieningsclausule.

 

Het volstaat dus niet om in de overeenkomst een clausule op te nemen waarin louter staat dat een prijsherziening mogelijk is, zonder de wijze waarop de prijsherziening zal doorgevoerd worden te vermelden. Zulke bepaling voldoet niet aan de vereiste dat het voorwerp ervan voldoende bepaalbaar moet zijn en is als zodanig vernietigbaar.

 

Geen koppeling met een indexcijfer

Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat een prijsherzieningsclausule niet gekoppeld mag zijn aan enig indexcijfer (bv. de consumptieprijsindex of de gezondheidsindex), op straffe van nietigheid van de clausule (art. 57 wet 30 maart 1976).

 

Dit geldt echter niet voor huur, wedden en de erelonen voor vrije beroepen. Het Woninghuurdecreet van 2018 voorziet bijvoorbeeld expliciet in een indexatiemechanisme op basis van het gezondheidsindexcijfer (art. 34 Woninghuurdecreet).

 

De doorgerekende prijsstijging moet begrensd zijn

De wet van 30 maart 1976 schrijft ook voor dat de prijsstijging maximaal 80% van de eindprijs mag bedragen. Met andere woorden, het verschil tussen de nieuwe prijs en de initiële prijs moet lager of gelijk zijn aan 80% van de nieuwe prijs.

 

De Minister voor Economisch Zaken kan evenwel sectorale afwijkingen toestaan. In 2010 werd reeds zo’n afwijking toegestaan voor de sectoren “contracting & maintenance” en “montage & kranen”. In deze sectoren zijn prijsherzieningen tot 100% van de eindprijs toegestaan in overeenkomsten tussen ondernemingen, voor zover er gewerkt wordt aan uurtarieven.

 

Overeenkomsten met een buitenlands element

Artikel 57 van de wet van 30 maart 1976 is echter niet van toepassing op overeenkomsten met een buitenlands element, tenzij deze overeenkomsten betrekking hebben op in België uit te voeren prestaties én door personen die in België verblijven, werden gesloten.

 

Voor overeenkomsten met een buitenlands element die niet voldoen aan deze dubbele voorwaarde, geldt het verbod op een koppeling met een indexcijfer en de begrenzing van de prijsstijging dus niet.

 

Deelbaarheidsclausule

U merkt het al, het is niet eenvoudig om een beding op te stellen dat de rechterlijke toets aan de bovenstaande voorwaarden zal doorstaan. Om te vermijden dat een nietige clausule ook de nietigheid van de rest van uw algemene voorwaarden of van de overeenkomst tot gevolg heeft, neemt u dan ook best een deelbaarheidsclausule op.

 

Zulke clausule bepaalt dat indien één of meerdere bepalingen van de overeenkomst of algemene voorwaarden nietig wordt verklaard, dit niet de nietigheid van alle andere bepalingen tot gevolg heeft.

 

Vaak wordt in zulke clausule ook opgenomen dat de nietige bepaling zal worden vervangen door een geldige en afdwingbare bepaling die zo dicht mogelijk aansluit bij de initiële bedoeling van partijen.

 

Geen prijsherzieningsclausule opgenomen, wat nu?

Stel dat u een lopende overeenkomst heeft waarin geen prijsherzieningsclausule is opgenomen, bent u dan aan uw (juridische) lot overgelaten?

 

Hieronder onderzoeken wij of algemene juridische leerstukken zoals overmacht, imprevisie en de uitvoering te goeder trouw alsnog een oplossing kunnen bieden.

 

Overmacht

Een beroep op overmacht zal in de regel niet succesvol zijn in het geval van prijsstijgingen.  Het Hof van Cassatie definieert overmacht immers als een absolute en ontoerekenbare onmogelijkheid om een verbintenis te kunnen uitvoeren.

 

Imprevisie

Men spreekt van imprevisie of hardship wanneer in geval van onvoorziene en ontoerekenbare omstandigheden de uitvoering van een verbintenis in aanzienlijke mate is verzwaard of bemoeilijkt. In tegenstelling tot overmacht vereist imprevisie dus geen absolute onmogelijkheid.

 

In tegenstelling tot veel andere landen is imprevisie thans niet wettelijk geregeld in België, zij het dat dit wel zal worden ingevoerd in boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek.

 

Momenteel kan u zich aldus in principe enkel beroepen op imprevisie, indien dit contractueel werd bedongen.

 

Wel dient rekening te worden gehouden met zogenaamde “anticipatieve rechtspraak”. Het komt immers voor dat rechters anticiperen op toekomstige wetgeving door (op al dan niet directe wijze) toepassing te maken van deze wetgeving vóór de inwerkingtreding ervan. Het valt dus geenszins uit te sluiten dat rechters in het vooruitzicht van het nieuwe verbintenissenrecht de imprevisieleer reeds zullen toepassen.

 

Uitvoering te goeder trouw

Partijen zijn wettelijk verplicht hun overeenkomsten te goeder trouw uit te voeren en mogen hierbij geen rechtsmisbruik plegen (art. 1134, derde lid oud BW / art. 5.73 nieuw BW).

 

Uit recente rechtspraak (o.m. naar aanleiding van de Coronacrisis) blijkt dat rechtbanken op basis van de verplichting om de overeenkomst te goeder trouw uit te voeren oordelen dat een partij die weigert om te heronderhandelen in geval van onvoorzienbare omstandigheden rechtsmisbruik pleegt. In deze gevallen legt men deze partij een sanctie op waarmee men het onevenwicht tussen partijen herstelt. De facto bekomt men hiermee vaak hetzelfde resultaat als wanneer men de imprevisieleer toepast.

 

Quid verkoop met verlies?

 

Artikel VI.116 WER verbiedt elke onderneming om goederen met verlies te verkopen.

 

Als een verkoop met verlies wordt beschouwd, elke verkoop tegen een prijs die niet ten minste gelijk is aan de prijs waartegen de onderneming het goed heeft gekocht of die de onderneming zou moeten betalen bij herbevoorrading, na aftrek van eventueel toegekende en definitief verworven kortingen, alsook van niet definitief verworven volumekortingen berekend op basis van 80 % van de volumekorting die de onderneming in het voorbije jaar voor hetzelfde goed heeft verworven.

 

Om uit te maken of er verkoop met verlies is, wordt geen rekening gehouden met kortingen die, al dan niet uitsluitend, toegekend worden in ruil voor verbintenissen van de onderneming andere dan de aankoop van goederen.

 

Artikel VI.117, 3° WER voorziet evenwel in een uitzondering op dit verbod voor goederen die de onderneming, ten gevolge van externe omstandigheden, redelijkerwijze niet meer kan verkopen tegen een prijs gelijk aan of hoger dan de aankoopprijs ervan.

 

Uit rechtsleer blijkt dat deze externe omstandigheden buiten de wil moeten liggen van de onderneming die goederen met verlies wenst te verkopen. In dat geval is het dus wel toegestaan om goederen met verlies te verkopen.

 

***

 

Prijsstijgingen kunnen aldus op verschillende juridische manieren worden opgevangen. Een contractuele prijsherzieningsclausule biedt daarbij vanzelfsprekend het meeste rechtszekerheid. Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat zelfs wanneer zulke clausule voorzien is, de toepassing ervan de commerciële relatie met uw zakenpartner onder druk kan zetten. Vaak is het dan ook aangewezen om gesprekken aan te knopen en te trachten een regeling uit te werken die voor beide partijen aanvaardbaar is. Goede afspraken maken immers goede vrienden.

Insights

Er zijn geen inzichten gevonden
Kennisdeling, netwerking, opleidingen

Meld je aan voor onze nieuwsbrief